vaccinatie, Vaccicheck

Inenten hond

Het is verstandig om jaarlijks met uw hond een bezoek te brengen aan de dierenarts, voor een vaccinatie en een gezondheidscontrole. 

Inenting (vaccinatie) helpt bij het opbouwen van weerstand, zonder dat de pup echt ziek hoeft te worden. Om de opgebouwde weerstand vervolgens in stand te houden, wordt de inenting herhaald. Zo zorgt u ervoor dat de gezondheid van uw hond op peil blijft.

Waarom hond laten inenten? 

Een gezonde hond is een blije hond. Omdat er verschillende ziektes op de loer liggen, kunt u uw hond laten inenten tegen de meest voorkomende infecties.

Dankzij vaccinaties komen levensbedreigende ziektes zoals hondenziekte, besmettelijke leverziekte en parvo bij honden in Nederland gelukkig weinig voor.

Door uw hond te laten inenten, verkleint u de mogelijkheid dat uw huisdier ziek wordt. Ook neemt de kans af dat uw huisdier andere honden besmet. 

Wanneer en hoe vaak hond inenten?

Pups krijgen hun eerste vaccinatie als ze zes weken oud zijn. Daarna moet uw pup ingeënt worden als zij:

  • 8 á 9 weken;
  • 12 á 13 weken;
  • en 1 jaar oud is.

Bij sommige pups zal uw dierenarts adviseren een extra inenting te geven op 16 weken leeftijd.

Volwassen honden worden ieder jaar gevaccineerd tegen de ziekte van Weil en elke drie jaar tegen parvovirus, hondenziekte en besmettelijke leverziekte.

Hond inenten tegen kennelhoest

Onder bepaalde omstandigheden is het verplicht om uw hond te laten inenten tegen besmettelijke hondenhoest, ook wel kennelhoest genoemd.

Bijvoorbeeld als u uw hond naar een pension brengt. Ook in andere gevallen kan het verstandig zijn om uw hond tegen besmettelijke hondenhoest te laten inenten.

Vraag uw dierenarts wat het beste is voor uw persoonlijke situatie.

Hond inenten tegen hondsdolheid

Tot slot moet u uw hond laten inenten tegen hondsdolheid (rabiës), wanneer u met uw hond naar het buitenland gaat.

Voor de meeste landen moet deze inenting minimaal drie weken voor vertrek gegeven worden. Deze inenting kan gegeven worden vanaf drie maanden leeftijd en is meestal drie jaar geldig.

Soorten vaccinaties

Hieronder vindt u een greep uit de meest gegeven inentingen voor honden.

Kleine cocktail (leptospirose)

Dit is een inenting tegen de vier meest voorkomende varianten van de leptospira bacteriën.

Deze bacteriën kunnen verschillende vormen van leptospirose veroorzaken, waaronder de ziekte van Weil.

Leptospirose is ook gevaarlijk voor mensen.

Grote cocktail

Met deze inenting wordt uw hond beschermd tegen de ziekte van Weil (leptospirose), hondenziekte (canine distemper virus), besmettelijke leverziekte (hepatitus of canine adenovirus) en het canine parvovirus.

Besmettelijke hondenhoest 

Hondenhoest staat ook wel bekend als kennelhoest. Deze inenting wordt meestal gegeven via een druppel in de neus.

Hiermee wordt uw hond beschermd tegen de bacterie Bordetella bronchiseptica en het paraïnfluenza virus.

Rabiës (hondsdolheid)

Deze vaccinatie is een inenting tegen hondsdolheid. Deze ziekte is ook gevaarlijk voor mensen en andere zoogdieren.

Hondsdolheid is een dodelijke aandoening. De inenting tegen rabiës is verplicht als uw hond naar het buitenland gaat.

Wat zijn bijwerkingen van vaccinatie bij uw hond?

Het kan zijn dat u verhalen heeft gelezen over de bijwerkingen van vaccinaties bij honden. Hoewel de kans op bijwerkingen inderdaad aanwezig is, is de kans erg klein dat uw hond klachten krijgt na een inenting.

Gebeurt dat toch, dan is de meest voorkomende klacht een bult op de plek van de vaccinatie. In zeer zeldzame gevallen kan een allergische reactie optreden.

Daarbij hebben kleinere honden een iets grotere kans op bijwerkingen. De dosis halveren bij een kleine hond is echter niet nuttig. Het is onbekend of het vaccin dan genoeg bescherming geeft.

Wel of niet hond vaccineren?

Er wordt veel onderzoek gedaan naar vaccinatie bij huisdieren en de huidige vaccins zijn daardoor beter en leiden tot minder bijwerkingen dan de vaccins die vroeger werden gebruikt.

Het is belangrijk om te realiseren dat de voordelen van inentingen vele malen groter zijn dan de nadelen.

Algemeen advies over vaccineren kan nooit gegeven worden; dit is maatwerk en is bijvoorbeeld afhankelijk van of er wordt gereisd met een dier en of het dier naar een pension of cursus gaat.

Doordat er voortdurend nieuwe onderzoeken worden gedaan naar vaccineren, ook naar de lengte van bescherming van het vaccin, wordt het advies ook steeds bijgesteld. In sommige gevallen is het mogelijk om via titerbepaling de antistoffen te meten in het bloed van de hond.

VacciCheck = Titerbepaling hond

Titeren wordt tegenwoordig veel gedaan. Dit houdt in dat een inenting alleen wordt gegeven als op grond van bloedonderzoek blijkt dat de bescherming nodig is.

Uit onderzoek is gebleken dat de bescherming na vaccinatie tegen het parvovirus, distempervirus en adenovirus bij sommige honden langer aanhoudt dan de gebruikelijke drie jaar. Door middel van een titerbepaling kan voor elke hond de nog aanwezige bescherming tegen deze drie virussen worden bepaald. Wanneer uit de test blijkt dat er nog voldoende antilichamen voor alle drie de virussen in het bloed aanwezig zijn, hoeft het dier nog niet gevaccineerd te worden. Een hond dient wel jaarlijks gevaccineerd te worden tegen leptospirose en kennelhoest, hiervoor bestaat geen titerbepaling.
De VacciCheck kan ook worden gedaan bij pups, om het optimale moment te bepalen voor de vaccinatie. Pups krijgen via de moedermelk antilichamen binnen. Op het moment dat de pup nog veel antilichamen van de moeder in het bloed heeft, heeft vaccinatie geen zin. Deze antilichamen vangen het virus van de vaccinatie dan weg, waardoor de pup geen eigen afweer (immuniteit) opbouwt. Na 3 weken dient de titerbepaling herhaald te worden worden, net zo lang totdat de antilichamen van de moeder voldoende gedaald zijn. Ook pups moeten via het normale schema gevaccineerd worden tegen leptospirose, kennelhoest en Rabiës.
De titerbepaling is bedoeld voor:
  • De hond waarvan de eigenaar de hond wel goed beschermd wil hebben, maar onnodige vaccinatie wil voorkomen.
  • De hond die een allergische reactie heeft laten zien op een eerdere vaccinatie.
  • De hond met een onbekende vaccinatie geschiedenis.
  • De hond die ziek is of een auto-immuunziekte heeft.
  • Pups, om het optimale moment van vaccineren te bepalen.
 
 

Hoe gaat de titerbepaling in zijn werk?

U kunt bij een van onze vestigingen een afspraak maken voor een titerbepaling (VacciCheck). Net als bij een normaal vaccinatie consult zullen wij uw dier lichamelijk onderzoeken. De hond wordt gevaccineerd tegen leptospirose (en eventuele aanvullende vaccinaties). Voor de titerbepaling wordt er bloed afgenomen. Meestal is de uitslag van de VacciCheck dezelfde dag nog bekend, deze zal telefonisch met u worden besproken. Is de bescherming nog voldoende, dan kan afhankelijk van de hoogte van de uitslag de vaccinatie voor één tot drie jaar worden uitgesteld. Blijkt de bescherming onvoldoende, dan kunt u een afspraak maken voor de benodigde vaccinatie.

 
 

Kosten inenting/VacciCheck voor honden

De kosten van een inenting/VacciCheck bestaan vaak uit de kosten van een consult en de kosten van de vaccinatie/VacciCheck. Vraag aan uw dierenarts tegen welke ziektes en hoe vaak uw hond ingeënt moet worden en voor welke ziektes de VacciCheck bedoeld is.

Bij het gebruik van een titerbepaling zijn de kosten hoger dan bij inenten volgens een vast vaccinatieschema.

Meer weten over de kosten van inentingen voor honden bel ons gerust.