Chippen paardachtigen

Chippen

Per 1 juli 2009 moet elk paard in Nederland verplicht gechipt zijn. Op deze manier kan elk paard gemakkelijk geïdentificeerd worden bij controle tijdens vervoer, keuringen, wedstrijden en aan- of verkoop. Een paard dat niet is gechipt mag officieel niet vervoerd worden. Maar ook een paard dat alleen op stal staat moet gechipt zijn en in het bezit van een paardenpaspoort.

Hoe gaat het chippen in zijn werk en welke regels zijn er met betrekken van het chippen en registreren van paarden?

Hoe wordt een paard gechipt?

Als eerste controleert de dierenarts of er niet al een chip aanwezig is in de hals van het paard. Is dit niet het geval dan zal het paard worden gechipt.

Bij de transponder die wordt ingebracht worden stickers meegeleverd waarop het transpondernummer wordt vermeldt. Als de gegevens overeenkomen kan de chip worden ingebracht. Dit gebeurt meestal halverwege de hals aan de linkerzijde van het paard, een handbreedte onder de manenkam. Na het inbrengen kan de werking gecontroleerd worden met behulp van een zogenoemde ‘chipreader’.

Na het plaatsen van de chip wordt er een I&R (identificatie en registratie)-aanvraagformulier ingevuld, waarop de gegevens van de eigenaar, het paard en het transpondernummer staan vermeld. Dit formulier moet worden ondertekend door zowel de eigenaar als dierenarts en uiterlijk binnen 7 dagen worden opgestuurd naar de paspoort-uitgevende instantie (stamboek, KNHS). Wordt de aanvraag niet binnen 7 dagen verstuurd dan wordt deze niet in behandeling genomen en moet er een nieuwe aanvraag worden gedaan.

Naar aanleiding van de aanvraag zal de paspoort-uitgevende instantie een paspoort opsturen met daarin de bijbehorende gegevens om het paard te identificeren.

Wel paspoort, geen chip

Het kan voorkomen dat een paard wel een paspoort heeft, maar niet is gechipt. Is dit het geval dan zal het paard alsnog moeten worden gechipt en een I&R-formulier worden ingevuld. Deze kan dan samen met het paspoort worden opgestuurd naar de paspoort-uitgevende instantie. Het paspoort kan dan worden aangepast of er kan een nieuw paspoort gemaakt worden.

Wel chip, geen paspoort

Als het paardenpaspoort kwijt is, door bijvoorbeeld verlies of diefstal, is het mogelijk een duplicaatpaspoort aan te vragen. De dierenarts vult hiervoor een formulier in waar het transpondernummer en signalement van het paard vermeld worden. Dit ingevulde formulier wordt samen met een vragenlijst opgestuurd naar de uitgevende instantie.

In het nieuwe paspoort staat duidelijk vermeld dat het om een duplicaatpaspoort gaat en het paard wordt automatisch uitgesloten voor humane consumptie.

Chippen veulens

Bij veulens gelden iets andere regels van voor volwassen paarden. De fokker moet tussen 6 weken en 6 maanden leeftijd een paspoort aanvragen. Maar een veulen mag tot 6 maanden leeftijd nog ongechipt met zijn of haar moeder vervoerd worden, bijvoorbeeld naar keuringen. Overigens geldt dit alleen voor vervoer binnen Nederland.

Bij veulens wordt na het chippen ook een I&R-formulier ingevuld dat binnen 7 dagen opgestuurd moet worden naar de paspoort-uitgevende instantie.

Ontheffingen

Tot 1 juli 2009 was het mogelijk voor eigenaren om ontheffing aan te vragen om te kunnen reizen met een ongechipt paard. De identiteit van het paard werd dan aan het paspoort gekoppeld door middel van een DNA-test, waardoor controle meer tijd en geld kostte. In tegenstelling tot de chip, die maar eenmalig geplaatst hoeft te worden en op elk moment snel gecontroleerd kan worden.

Daarom worden deze ontheffingen niet meer uitgegeven en behoren alle paarden een chip te hebben. Paarden die deze ontheffing reeds bezitten, blijven deze behouden.

UBN (ook voor particulieren met maar 1 paard)

Per april 2021 is het verplicht om een UBN te hebben en de paarden bij het RVO te registreren op dit UBN.